vrijdag 28 augustus 2015

Opgelet, dit bericht bevat een heleboel SPAM SPAM SPAM SPAM

Wat doet dit bericht hier... heeft niets met Frans-Vlaanderen te maken... Is dit Spam?

Berichten die je op de hoogte brengen van het feit dat je de Spaanse Lotto nu al een paar keer gewonnen hebt, of berichten van huwbare Russische dames in bijlage die zo arm zijn dat ze amper kleren hebben om aan te doen... We noemen dit met zijn alles Spam. Enig idee waarom?


Uit de eerste wereldoorlog weten we dat de Engelse soldaten zich vooral moesten voeden met Boiled Beef - (Bollebief in het Westvlams). Amerikaanse GI's uit de tweede wereldoorlog hadden in hun rantsoen steevast blikken SPAM zitten. ... geen boiled beef deze keer, maar wel boiled porc met kruiden. Gekruide gekookte ham in het Engels... Spiced Ham - samengetrokken maakt dat SPAM, een geregistreerd merk zoals deze akte uit Frankrijk laat zien.


SPAM stond in de hele wereld synoniem voor iets wat je wel moest eten als je honger had en er niets anders voor handen was, maar ook voor iets wat eigenlijk niet te vreten was.



En dan duikt die spam op in deze sketch van het Monty Python's Flying Circus. En een computer-nerd die te veel Spam kreeg moet op een dag aan deze sketch gedacht hebben en het woord Spam geïntroduceerd hebben...
De recentste musical van het Monty Python-collectief heet trouwens 'SPAMALOT'...



donderdag 27 augustus 2015

Cornil Weus et sa descendance

Version Française (merci Dominique Lecat pour la corrrection)
Cornil Weus (né en 1535 - décédé en 1587) fut l’un des premiers Corsaires du Dunkerquois.
Suite aux troubles religieux au Westhoek, et à la révolte des Gueux, certains d’entre eux s’étaient enfui en mer (Les Gueux de la mer), d'où ils venaient terroriser les côtes flamandes. A noter que parmi ces Gueux de la Mer figuraient très peu de vrais protestants, mais beaucoup plus de pirates au service d'entreprises commerciales.
En tant que Vice-amiral au service de l'Espagne, la première mission de Cornil Weus fut de combattre ces Gueux de la Mer avec son bateau le Lévrier – Windhond - en 1569. En 1576, il attaque le port de Brouwershaven au Pays Bas et échappe aux navires du Prince d'Orange qui voulait l’encercler.

Sous son commandement en mer, il avait comme bras droit le timonier et maître d’équipage Antoine, avec un nom de famille qui deviendra célèbre dans le Dunkerquois. Il s'appelait Antoine Baert (Bart) et sera le grand-père de Jean.

Statue de Michel Jacobsen
Façade de l’ Hôtel de Ville
Dunkerque 
Et ce n'est pas le seul lien entre Cornil Weus et Jean Bart (Jan Baert).

La fille de Cornil s'appelait Laurence, elle se mariera plus tard avec Michel Jacobsen et deviendra l'arrière-grand-mère de Jean.

Michel Jacobsen faisait partie de la génération suivante des Capitaines corsaires au service des Espagnols. En 1588 il a pour mission de ramener en Espagne ce qui reste de l'Invincible Armada après la débâcle devant Gravelines. Il reste en service et attaque les Hollandais en 1595 à bord du bateau de légende Le Lévrier – Windhond . Michel Jacobsen reçoit très vite le nom de 'Renard des Mers' pour son adresse en navigation maritime qui le rendait imprenable et quasi invincible.


Tous ces exploits le font remarquer jusqu'à Madrid, où le roi Philippe IV le reçoit et l'honore comme Chevalier de l’ordre de Saint Jacques et le nomme Amiral-général de la flotte maritime Espagnole. Aujourd'hui, vous pouvez voir la statue du “Zorro del Mar“ sur la façade de l'Hôtel de Ville de Dunkerque.

La famille Weus-Baert-Jacobsen a encore beaucoup d'autres descendants courageux et fameux dont Jean Bart est le plus connu. Ils se rendent utiles pour Dunkerque pendant les années de guerres (ce qui pour Dunkerque signifie la période de 1500 à 1815)


Quand le 19ème  siècle arrive, la France est surtout en guerre interne. Une série de consuls, rois, présidents et empereurs se suivent, et pour les descendants de Cornil Weus, il est temps de chercher une autre façon de gagner leur vie, ils vont participer activement à la pèche à Islande (dixit le patois dunkerquois).
A partir de tous les ports du Nord, les pécheurs partent vers les mers Nordiques où ils passent des mois en péchant la morue. Voici une photo du bateau qui a mené Louis Désiré Weus à Islande. Les mots sur la photo ont été écrits par Louis Weus, qui donna cette photo à son fils Dany Weus, vivant aujourd’hui en Australie, qui l’a posté sur sa page Facebook.



Dany Weus n'est pas le seul des descendants de Capitaines Corsaires Dunkerquois. Son cousin Dominique Lecat valorise également ce passé glorieux de leurs ancêtres. Il est Président de la Délégation du Littoral Nord de l’Association des Descendants de Capitaines Corsaires (ADCC). Vous pouvez consulter le site Internet : http://www.adcc-delegation-nord.com/
Ou surfer sur la page Facebook :

Dany Weus (gauche) et Dominique Lecat (droite) ensemblre pour une photo de La Voix du Nord...

Pour lire toute l'article...
 http://www.lavoixdunord.fr/region/histoire-de-dunkerque-lointains-cousins-de-jean-bart-ils-jna17b0n1100225




woensdag 26 augustus 2015

Boulogne sur Mer es una localidad Argentina en el Gran Buenos Aires, 26 km al noroeste de la Ciudad de Buenos Aires.

Waar ligt Boulogne sur Mer?

Boulogne sur Mer es una localidad Argentina en el Gran Buenos Aires, 26 km al noroeste de la Ciudad de Buenos Aires.

En waarom kent elk schoolkind in Argentinië de stad uit zijn geschiedenisboekjes?

Dat heeft alles te maken met EL LIBERTADOR - SAN MARTIN.















Na 1492 overspoelde alles wat Spaans was Zuid-Amerika. Maar in de 19de eeuw herwon dit nieuwe continent beetje bij beetje zijn vrijheid en zijn onafhankelijkheid. De twee figuren die hierbij een grote rol hebben gespeeld zijn de libertadors, de ene Bolivar, de andere José de San Martin.

José de San Martin (geboren in Argentinië) studeerde in Madrid toen de Revolutie uitbrak in buurland Frankrijk (1789). Hij sloot zich aan bij het Spaanse leger en vocht tegen de Franse legers.
Het is in die periode dat hij andere Amerikanen leert kennen, die hem introduceren bij hun loge. Als er in Buenos Aires en Caracas opstanden uitbreken tegen de Spanjaarden neemt hij ontslag en vertrekt naar Engeland.
Daar heeft hij een afspraak met ene Lord MacDuff die hem introduceert in de Logia de los Caballeros Racionales (de Loge van de Ridders van de Rede). MacDuff versiert voor José een plaatsje aan boord van het Engelse fregat de George Canning dat hem naar Buenos Aires terugbrengt in 1812.
Daar neemt hij meteen dienst neemt in het leger van de 'Verenigde Provincies van het Zuiden' en wordt hij een jaar later commandant van het Leger van het Noorden.

In 1817 presteert hij het om de Andes over te trekken met zijn troepen om Chili te gaan bevrijden. Dit huzarenstukje wordt in het Zuiden steevast vergeleken met de tocht van Hannibal over de Alpen. In 1818 bevrijdt hij Chili, in 1821 Peru waar hij op 28 juli de onafhankelijkheid uitroept.



De ontmoeting die in realiteit plaatsvond
in een bureautje en niet
zoals op deze prent ergens te velde... 




Ondertussen is een andere libertador andere delen van Zuid-Amerika aan het losmaken van de Spaanse kroon. De twee ontmoeten elkaar bij Guayaqui in Equador. Wat tijdens de veelbesproken conferentie op 26 juli 1822 wordt gezegd, blijft voor altijd een raadsel dat beide mannen meenamen in hun graf. Feit is dat San Martin die avond besluit ermee te kappen. Hij keert terug naar huis, naar Argentinië en zal aan geen enkele slag meer deelnemen.
Foto van San Martin genomen in Parijs 1848







Na het overlijden van zijn echtgenote (1824), verlaat José de San Martin zijn geboorteland samen met
zijn dochter Mercedes. Hij trekt eerst naar Engeland en woont dan een tijdje in Brussel. Prins de Merode probeerde hem nog te overtuigen om te helpen bij de opstand van 1830, wat San Martin weigerde. Van Brussel verhuisde hij naar Parijs waar hij woonde tot in 1848 ook daar een revolutie uitbrak. Op zijn terugweg naar Engeland strandde hij in Boulogne sur Mer waar hij de laatste twee jaar van zijn leven doorbracht.




Wie in Boulogne van de oude stad op de heuvel naar de benedenstad en haven wandelt, doet dat meestal via de Grande Rue. Daar kan je niet naast de Argentijnse vlaggen kijken die wapperen boven het Musée Libertador San Martin. U kan hier het sterfbed van de grootste Argentijn aller tijden gaan aanschouwen.

Wie na een bezoekje aan Boulogne en aan Nausicaa richting Noord vertrekt, komt iets verder bij het standbeeld van El Libertador... op minder dan een kilometer van die andere vrijmetselaar waar hij ooit tegen gevochten heeft...



De Conchita Wurst van de Middeleeuwen



Ken je de Conchita Wûrst van de Middeleeuwen?

Ze staat op een mooi piedestalletje aan de linkerkant van het kerkje van Wissant, ze is een vrouw aan een kruis met een baard. Op haar voetstuk staat haar naam te lezen, Sinte Wilgeforte. 


Ze werd in de jaren 1500 vooral vereerd als een sterke madam.
Er zijn een aantal verhalen over haar leven en hoe ze aan het kruis en aan die baard kwam.
Volgens een eerste zou ze een Portugese prinses zijn die moest trouwen met een Siciliaanse vorst, maar die maagdelijk en kuis wou blijven en als non wou leven. Toen ze aan haar aanstaande zou worden voorgesteld, kreeg ze plots een baard waardoor de Siciliaan het huwelijk meteen afblies. Haar vader was razend en nagelde haar daarom aan het kruis.
Volgens een ander verhaal zou ze door dronken soldaten in een of andere oorlog lastig gevallen zijn en die mannen wilden juist beginnen met haar te verkrachten toen ze een baard kreeg. De heren namen daarop de benen.
Volgens een laatste verhaal zou ze als Portugese prinses iets te mooi zijn geweest waardoor haar vader haar graag in zijn bed wilde krijgen, maar toen ze een baard kreeg, had de vader plots geen goesting meer, maar om zijn woede te koelen nagelde hij haar aan het kruis.
Uiteindelijk blijkt de hele Wilgeforte mythe te stoelen op een misverstand. Pelgrims brachten uit het zuiden beeldjes mee met een afbeelding van een Jezus aan het kruis met een kleed aan. In de Noordelijke landen interpreteerden zij het kleed als iets vrouwelijks en zo ontstond het verhaal en de mythe.
De naam Wilgeforte is afgeleid van het Latijnse Virgo Forte (De sterke Maagd) en Sinte Ontkommer heeft te maken met het feit dat ze kon ontkomen. Volgens Thomas Moore waren er in de zestiende eeuw vrouwen die naar St Pauls Kathedraal in London trokken met wat haver om dit te offeren aan het beeld van Saint Uncummer... Het waren vrouwen die eigenlijk van hun man afwilden en die dus haver gaven aan de heilige die dit dan zou geven aan het paard van hun man, waardoor het dier net iets te hevig zou staan en er een spijtig ongeval zou geschieden waarbij de man dan jammer genoeg zou overlijden...
Dus mannen als jullie vrouwen naar een optreden van Conchita Wurst gaan met een handvol haver, dan weet je hoe laat het is. 

Het filmpje hieronder toont WIlgeforte alias UnCummer, alias Kümmer in allerlei kunstwerken van over de hele wereld

.




De maagdjes van de Toren van Verchin



Pisa mag dan al hoog van de toren blazen dat zij een scheve toren hebben, als er een toren de titel van
scheefste toren van de wereld verdient is het wel die van Verchin.
Er wordt gezegd dat in het dorp Verchin, de meisjes het niet zo nauw nemen met het 'maagdelijk naar het altaar gaan'. Op de dag van hun huwelijk is er bijna geen een die in het wit zou mogen trouwen, als je begrijpt wat ik bedoel.
Er wordt ook gezegd dat er op een dag een meisje ten huwelijk trad die nog op en top maagd was. De toren wilde dit wonder ook van dichtbij meemaken waardoor hij zich naar beneden draaide om die maagd te zien.
Nog altijd wat wordt gezegd... Als er op een dag opnieuw een bruidje als maagd naar het altaar zal gaan in deze kerk, zal de toren weer gewoon rechtop staan. Voor zover ik kan vaststellen, is dat nog niet gebeurd.

Er is ook een versie die vertelt dat na een storm en een blikseminslag in 1860 de toren hersteld moest worden en dat de timmerman naast de oude bestaande balken die hij recupereerde van de oude toren een paar nieuwe balken heeft gebruikt, olmen balken die nog niet 100% droog waren. Het droogproces is dus in gang geschoten als de balken al in de toren waren en in combinatie met het gewicht van de leien heeft de toren zijn huidige vorm gegeven.


Cornil Weus - voorvader van een roemrijk Duinkerks geslacht


Cornil Weus (geboren 1535 - gestorven 1587) was een van de eerste Duinkerkse Kapers.
Na de godsdienst-troebels van de Westhoek waren een deel van de Geuzen naar zee gevlucht (de watergeuzen), van waaruit ze regelmatig de kusten bestookten. In realiteit telden de watergeuzen bitter weinig protestanten, maar vooral veel piraten die werken in opdracht van rijke handelsmaatschappijen.
Als Spaanse vice-admiraal krijgt Cornil Weus de opdracht (1569) om met zijn schip de Windhond de watergeuzen te verslaan. In 1576 valt hij Brouwershaven in Zeeland aan en slaagt erin om te ontsnappen aan de schepen van de prins van Oranje die hem hadden ingesloten.
Beeld van Michiel Jacobsen
aan de gevel van het
Hotel de Ville van Dunkerque 
Op zijn tochten werd hij bijgestaan door zijn eerste stuurman, Antoine wiens familienaam nog vaak zal opduiken in de Duinkerkse kaperij, hij heette Antoine Baert en was de grootvader van Jan.
En dat is niet de enige link tussen Cornil en Jan Baert - alias Jean Bart. De dochter van Cornil is Laurence en die huwt met Michiel Jacobsen. Zij zijn ook de overgrootouders van Jan Bart - Jean Bart.

Michiel Jacobsen was een volgende generatie van de Duinkerkse kapiteins in dienst van de Spanjaarden. In 1588 krijgt hij de opdracht om wat rest van de Armada Invincibile na het debacle voor de kusten van Gravelines terug te brengen naar het moederland, Spanje. Hij blijft in Spaanse dienst en valt in 1595 de Hollanders aan aan boord van het ondertussen legendarische schip 'de Windhond'. Michiel Jacobsen krijgt al vlug de naam van de 'vos van de zee' omdat hij sluw en ongrijpbaar blijkt.
Omwille van al zijn heldendaden wordt hij naar Spanje geroepen waar Filips IV hem ontvangt en eert met de orde van Sint Jacobs en in 1631 benoemt dezelfde Spaanse vorst hem tot Admiraal van de Spaanse zeemacht. In 1633 sterft Jacobsen. Vandaag prijkt het beeld van de Zorro del Mar Michiel Jacobsen aan de voorgevel van het stadhuis van Duinkerke.

De familie Weus Baert Jacobsen telt nog veel nakomelingen waaronder Jean Bart natuurlijk de bekendste is, in de oorlogsjaren van Duinkerke (die ruwweg beginnen in 1500 en niet eindigen voor 1815) maken zij zich heel nuttig in de strijd met de vijand.
Als de 19de eeuw aanbreekt is Frankrijk vooral inwendig verdeeld. Regimes volgen elkaar op, consuls, koningen, presidenten en keizers regeren over Frankrijk en voor de afstammelingen van Cornil Weus is het tijd om een andere bron van inkomsten te vinden. Dat wordt de Islandvaart. Vanuit de havens van de Noordzee vertrekken ze voor maanden naar zee om er kabeljauw te gaan vangen. Hieronder een foto van het schip waarmee Louis Desiré Weus vertrok naar Island. De tekst op de foto werd geschreven door Louis Weus en gegeven aan Dany Weus die nu in Australië woont en die deze foto vandaag op zijn facebook-pagina poste.
https://www.facebook.com/pages/Descendants-of-corsairs
Dany Weus is niet de enige afstammeling van de Duinkerkse kaperkapiteins. Ook zijn neef Dominique Lecat is volop bezig met het in de kijker zetten van het roemrijke verleden van zijn voorouders. Ook hij communiceert over de Duinkerkse vereniging van afstammelingen van Kaperkapiteins via het grote smoelenboek... 

Dany Weus (links) en Dominique Lecat (rechts) samen op de foto voor La Voix du Nord...

Lees hier het volledige artikel
 http://www.lavoixdunord.fr/region/histoire-de-dunkerque-lointains-cousins-de-jean-bart-ils-jna17b0n1100225



zondag 12 juli 2015

Over koeien en pokken en wat die twee met elkaar te maken hebben.


19 juni 1800 dient de dokter in de rue des Pipots in Boulogne de eerste drie pokken-vaccins van Frankrijk toe aan drie meisjes, de demoiselles Beugny, Hédouin en Spitalier.


De pokken was één van die gevreesde ziektes waarmee onze voorouders af te rekenen kregen. Tien procent van de mensen stierf aan pokken en wie het overleefde, moest met een pokdalig gezicht door het leven... en de enige manier waarop je dit kon verbergen was met een dikke laag make-up...


Als je dat weet, kijk je toch wel anders naar de gepoederde nobelen van Versailles.

In een zoektocht om die pokkenepidemie in te dijken, werd voor het eerst geëxperimenteerd met het inoculeren... bacteriën geven aan gezonde mensen om ervoor te zorgen dat ze op de dag dat ze ziek zijn, gewapend zijn tegen de ziekte. Men noemde het "Variolisatie". Bij nogal wat mensen had dit het gewenste effect, maar heel wat anderen werden ziek en stierven.


Een Britse plattelandsdokter, Edward Jenner (geboren 1749 - gestorven 1823) had nogal wat melkmeisjes onder zijn patiënten en hij had ondervonden dat zij, na een lichte vorm van pokken (die hij de koeienpokken of vaccinia noemde), nooit meer de zwaardere mensenpokken kregen. Dit wou hij verder onderzoeken en de zoon van zijn tuinman was zijn eerste proefkonijn. Kleine James Phipps moest gevarioliseerd worden, maar Jenner gaf hem in de plaats wat ziektebacterieën van melkmeisje Sarah Nelmes. En Phipps werd niet ziek bij de volgende pokkenepidemie. Er volgden meer experimenten die allemaal positief uitdraaiden, maar toch was Engeland niet meteen gewonnen voor dat koeiending... er deden de wildste verhalen de ronde, dat je er horens van zou krijgen en uiteindelijk zou je helemaal in een koe veranderen...



17 jaar na het overlijden van Jenner wordt Variolisatie in Engeland verboden, in 1853 wordt de vaccinatie verplicht. Maar zo lang heeft het niet geduurd voor de uitvinding van Jenner over heel Europa verspreid raakt. Zijn leerling dokter Woodville was diegene die in Boulogne de eerste spuitjes uitdeelde en in het park van Boulogne-sur-Mer staat nu het standbeeld van Jenner die in levende lijve nooit in de Franse havenstad is geweest.




Ontdek Jenner en anderen met een standbeeld in Boulogne via deze heerlijke folder van de dienst toerisme ... via deze link