vrijdag 27 februari 2015

Douwe jongens Douwe - De bakpan is slecht en de vis is klein

De Islandais in de haven van Duinkerke
een Islandais 


Een episode uit de historie die de kust van Vlaanderen en Frans-Vlaanderen verbindt, is de Iseland-vaart. De visgronden rond het koude eiland leken onuitputtelijk, men kon op één dag duizenden kilo's vis (vooral kabeljauw) bovenhalen. Vanuit Gravelines, Duinkerke, Nieuwpoort en Oostende vertrokken de vissers voor 6 maanden. De bemanningen van de schepen waren ook internationaal, veel Vlamingen van hier scheepten in vanuit Gravelines
Vanuit de Noordzeehavens werd al eeuwen gevist op haring. Grote scholen haring zwemmen waar de Noordzee ondiep is, in de buurt van zandbanken bijvoorbeeld. In de winter beperkten de vissers zich tot 'daguitstapjes', in de zomer gaan ze verder op zoek (Doggerbank - Schotland) en bleven ze soms een paar dagen of weken op zee. 
Vanaf de negentiende eeuw is de kabeljauw de vis in de mode, kabeljauw zwemt op plaatsen waar de zee dieper is. Bretoenen gaan vissen in de streek van Groenland en Canada (Terre-Neuve). De vissers van Gravelines tot Oostende concentreren zich op de wateren rond IJsland.  Het schip wordt stilgelegd in zee om te vissen, een lang touw met daaraan twee haken wordt overboord gegooid. De vis wordt binnengehaald, kop en ingewanden worden er meteen uitgesneden. De schoongemaakte vis wordt in tonnen met zout bewaard. Hiervoor gebruiken de vissers van onze kusten wit zout dat gehaald wordt uit Portugal. Het witte zout is van betere kwaliteit dan het Noordzeezout dat de Bretoenen gebruikten. Het zorgt voor een betere bewaring van de vis. De vissers zelf mogen de afval in een eigen zoutvaatje bewaren. Terug in Duinkerke vormt dit visafval de voeding voor de eigen familie. 
De ijslandvaart gebeurt op schepen die uitgerust en betaald worden door wat men hier “de armateurs” (de reders) noemt. Bepaalde families zullen met deze ijslandvaart fortuin maken. Ook de scheepsbouwwerven en de fabrikanten van zeildoek in Duinkerke doen goede zaken. Op het hoogtepunt van de Islandvaart kunnen de scheepswerven van Duinkerke amper volgen, tussen 1850 en 1870 vertrekken meer dan honderd schepen met telkens veertien tot achttien man aan boord.

Maar voor de vissers aan boord is het zelden feest. De rijke visgronden liggen in een stormachtig gebied. Storm, regen, wind en ijs zijn dagelijkse kost. Heel wat ijslandvaarders overleven de tocht niet. Sommige jaren zijn werkelijk catastrofaal. In 1839 verdwijnen 185 Duinkerkse vissers in de golven en in 1888 zijn dat er 165.  Voor het vertrek vieren de vissers feest, het is misschien de laatste keer dat ze kunnen feest vieren. Dit feest voor het vertrek, is de oorsprong van het Duinkerkse carnaval. De eerste bende van het carnaval was de Vischers-bende. 



Scheepsjongetjes moesten al van heel jong leren hoe ze moesten vissen. Vanaf hun tiende gingen ze als mousse (leerling-visser) aan boord van de Island-schepen. Vanaf hun veertiende waren ze novice en op 18 matroos-visser. Vaak waren alle mannen van een familie of wijk samen op een schip wat rampzalige gevolgen had als zo'n schip zonk. In 1888 veegt een storm 8 mannen van de familie Marteel weg.
Gedurende de zes maanden is er geen contact met de familie mogelijk. Het is pas als het schip de haven terug binnenvaart dat de vrouwen weten of de mannen het overleefd hebben. Het terugzien op de kade is dan ook elke keer een emotionele bedoening. 
de Vissersvrouwen wachten op hun mannen

Op veertien dagen tijd komen alle schepen terug in Duinkerke aan, de haven ligt vol schepen, tonnen met kabeljauw staan overal. Terwijl de vissers uitrusten en genieten van het thuis zijn, is het hard werken voor de scheepsherstellers om de schepen terug in orde te krijgen voor de volgende campagne. 
De vissers worden na de reis betaald, een deel van het loon is vast, een ander deel hangt af van de opbrengst van het jaar.


Het einde van de bloei van de Islandvaart in Duinkerke en omgeving komt er vanaf 1880 als grotere schepen kabeljauw aanvoeren in ijs en niet langer in zout. Voor de eerste wereldoorlog telt de Duinkerkse vloot nog 21 schepen. Na de oorlog verlegt wat rest van de Island-activiteit zich helemaal naar Gravelines. 

In de Vlaamse traditie en in de traditie van Duinkerke en Gravelines zijn een aantal liederen bewaard gebleven die vertellen over de Islandvaart. Een ervan vertelt over het harde leven aan boord. Douwe, jongens, douwe! Dat roepen de mannen naar elkaar. 


Heel wat van de info voor dit artikel heb ik gehaald op deze website/




dinsdag 24 februari 2015

FRAC NORD PAS DE CALAIS

Het Frac is in de eerste plaats een heerlijk gebouw. Je kan er rondzwerven tussen de zon en de aarde, tussen de schaduw en het licht. Het is een heerlijke plek om te ontdekken. Het gebouw zelf was ooit de 'Cathedrale' van de haven, een grote loods waarbinnen enorme zeeschepen werden gebouwd. Hier was de scheepswerf  "Ateliers et Chantiers de France-Dunkerque" gevestigd. Het oude gebouw werd door het architectenduo - Lacaton en Vassal - behouden als een open ruimte. Naast het oude gebouw werd zijn spiegelbeeld geplaatst. Het spiegelbeeld is waar nu het Frac is gevestigd.  Bovenaan is de Bellevedere, van waaruit je de hele regio kan overschouwen. De nabijheid van de zee en van de haven maken het zicht uniek.

In dit filmpje tonen de architecten hun plannen.














Alle foto's genomen door Ludovik M@nivelle op 19 februari 2015

Malo-les-Bains met één van zijn pareltjes, het Maison Ringot.

Malo-les-Bains is een bijzonder dorp dat pas eind negentiende eeuw ontstond en genoemd is naar de man (Gaspard Malo) die zijn gronden liet verkavelen om er een heus 'Belle-Epoque-strand-dorp' van te maken. 
Bijzonder in Malo is de architectuur, achter elke hoek lacht een nieuwe bijzondere villa je toe. Rijke textielbaronnen uit het Rijselse kwamen hier rond 1900 hun vakantie doorbrengen en dat moest in een villa die liet zien hoe rijk ze wel waren. Hiervoor werden de grote architecten uitgenodigd en net als de bouwheren wilden die niet onderdoen voor de villa van de buren. En zo kreeg je in het mondaine Malo van voor de eerste wereldoorlog een opbod van stijlen, huizen en villa's. 

Rond 1910 vestigt de Berguenaar Maurice Ringot zich in Malo, hij is beeldhouwer en is op zoek naar een groter atelier. Zijn atelier vestigt hij in de avenue About, maar in de Rue Gustave Lemaire op het nummer 51 bouwt en laat hij zijn villa bouwen. De voorgevel van het huis is zo rijkelijk versierd met beeldhouw-werken van Ringot waardoor het geheel meer thuishoort bij de beeldende kunsten dan bij de architectuur. In de vloeiende, arabesque-stijl van de Art Nouveau krullen figuren en beelden zich langs de voorgevel naar boven. 
Hij noemt zijn huis of moet ik zeggen zijn
'beeldhouwwerk' "dag en nacht". 


Het rechtse deel van de gevel verbeeldt de dag, 
de haan kraait, 
de dame in het medaillon is wakker, 
de bloemen gaan open. (eigen foto) 




De linkerkant toont de uil, 
een dame die slaapt 
en bloemen die zich sluiten. (eigen foto)


Ooit stond bovenaan in het midden van het huis nog een torentje 
dat een kroon vormde op het geheel, 
maar dat jammer genoeg verdwenen is. 



Volgens de buurman zou er binnen evenveel te beleven zijn als aan de voorkant, maar het huis is privaat en binnen mocht ik niet kijken. 

Maurice Ringot krijgt het druk na de eerste Wereldoorlog, overal moeten oude gebouwen en beeldhouwwerken in hun oorspronkelijke staat worden hersteld en de vraag naar monumenten voor de gesneuvelde soldaten is groot. Het Monument au Morts van Bergues is er maar eentje van.
foto website http://statues.vanderkrogt.net 






maandag 23 februari 2015

Wat ligt er onder het strand?

26 juli 1917 - Een Duitse onderzeeër (type SM UC-51) nadert de kusten van Wissant. Zowel de Engelsen als de Duitsers hebben ondertussen begrepen dat de eerste Wereldoorlog niet uitgevochten wordt aan het front maar in de bevoorrading. Hoe meer lading je op een korte tijd ter plaatse krijgt is bepalender dan het gevecht en de moed van de eigen mannen. Het nauw van Calais is de aanvoor-route voor alles wat Engels is, vooral Boulogne speelt een sleutelrol. Daarom duiken hier (letterlijk) Duitse U-boten op. De SM UC51 is speciaal gemaakt voor het uitzetten van zeemijnen die de Engelse aanvoer in het honderd moet doen lopen.

Maar op de ochtend van 26 juli loopt het fout. De U-boot raakt in de dichte mist uit koers, komt te dicht bij het strand en wordt geraakt door een vijandelijke obus. De Duitsers verlaten hun schip, maar – geheel volgens de orders – steken zijn hun onderzeeër in brand voor ze die verlaten. Het zal duren tot de vloed een paar uur later voor het vuur gedoofd wordt. Een groep Belgische soldaten die de kustwacht bijstaat, maakt de hele bemanning buit. De mannen van de Deutsche kriegsmarine worden naar een kamp gebracht tot de oorlog eindigt. Het schip of wat er van rest blijft liggen op het strand van Wissant.


Afgelopen vrijdag stond een groep mannen uit Wissant op het strand in de hoop dat de 'grandes marées' de U-boot of zijn restanten zou blootleggen. Tevergeefs. Nu is alle hoop gericht op de nieuwe datum, die van 21 maart.
Kruisje is waar de duikboot ligt en waar je hem bij laag water - soms - kan zien

De U - boot van Wissant voor hij helemaal in het zand wegzakte - foto archief la voix du Nord






Zo ziet de plek er uit waar het wrak zo nu en dan zijn kop boven het zand steekt.



donderdag 19 februari 2015

Morgen is de Mont Saint Michel opnieuw een eiland.



Dat de Noordzee bij De Panne, net zoals de Noordzee over de grens hoog en laag water-standen kent, wist u vast wel. Iedereen is ooit wel eens in zee gaan zwemmen, hij had zijn handdoek op veilige afstand van het water gelegd om dan bij het terug uit zee komen vast te stellen dat je handdoek toch ligt te drijven. Dat die fenomenen van eb en vloed te maken hebben met de aantrekkingskracht die de maan uitoefent op de watermassa weten de meesten van ons ook.


Springtij en Doodtij


Maar het is morgenavond en zaterdagmorgen ook SPRINGTIJ .
Morgenavond 20 februari en zaterdagmorgen de 21ste staan de zon en maan op een lijn, Ze amuseren
zich dus met het samen trekken aan de watermassa waardoor het zeewater het hoogste peil bereikt tijdens vloed en het laagste pijl tijdens eb. Het verschil tussen eb en vloed is bij springtij het grootst.










De Equinox

De EQUINOX -
Bovendien zitten we in de periode rond 21 maart heel dicht bij de zon. (dat is ook het geval op 21 september) waardoor springtij in "februari-maart-april" en "augustus-september- oktober" altijd wat hoger is dan in de rest van het jaar. Dit fenomeen wordt ook de equinox genoemd, men spreekt van herfst-equinox en lente-equinox (zie tekening). Bovendien is bij de lente-equinox de afstand zon - aarde op dit ogenblik kleiner en zijn de getijden dus hoger dan bij zijn collega van de herfst.



SUPERMAAN 
En dan is er nog de supermaan. De maan heeft een baan rond de aarde in de vorm van een elips. Dat
Supermaan zoals te zien februari 2015
betekent dat de maan soms dichter bij ons is en soms weer verder af. Als de maan het dichtst bij ons is, dan noemen we dat de supermaan. Bij de supermaan in 2012 was de afstand tussen de aarde en de maan maar 356955 kilometer (perigeum) terwijl dat op de verste momenten (apogeum) 405500 km is. Op 20 februari is het supermaan.


Als alle elementen ook nog samenwerken, springtij en lente-equinox en supermaan, dan krijg je super hoge waterstanden. In Frankrijk worden de waterstanden weergegeven met coëfficiënten. De allerlaagste waterstand is 20, het hoogst mogelijke is 120. Voor 20 feb in de vooravond wordt 116 verwacht, in de avond kan dat 118 zijn, tegen zaterdagochtend zakt het weer naar 117. Voor 21 maart wordt 119 verwacht, deze super-super-hoge waterstand is een grote zeldzaamheid en wordt ook vaak "Marée du siecle" genoemd, en het is in dit geval inderdaad ook de eerste superhoge waterstand van deze eeuw, maar het komt wel meer voor dan eens per eeuw, de vorige 'marée du siecle' was op 10 maart 1997. Maar 21 maart is het dus weer zover.

En waar zal dit het best te voelen zijn, in de hoekjes. Als je een curverbak vol water doet en je laat het water heen en weer klotsen dan zal het water in de hoekjes vlugger over de rand gaan, dan langs de randen. Het hoogteverschil van het water zal dus het hoogst zijn in de baaien. De bekendste baai aan de Franse Noordzeekust is die van de Mont Saint Michel en vrijdagmorgen wordt de Mont Saint Michel-rots voor het eerst in jaren terug een eiland, en dat zou om 7 u 20 morgenochtend een feit moeten zijn.
Morgen worden op nogal wat plaatsen aan de Franse Noordzeekust maatregelen genomen, de stranden worden afgesloten. En dat zal uiteraard ook op 21 maart het geval zijn.

De informatie voor deze bladzijde kwam vooral van de website van http://www.shom.fr/ en van informatie verspreid door de dienst toerisme van Mont Saint Michel.

woensdag 18 februari 2015

Raoul de Godewaerdsvelde, cultureel erfgoed van le Nord..

Vandaag is een van de groten van het Noorden erkend als cultureel erfgoed, zijn dochter heeft zijn volledige archief overgemaakt aan de departementale archieven van Le Nord.

We hebben het over Francis Delbarre die in het hele noorden gekend is als Raoul de Godewaerdsvelde (zijn artiestennaam). Hij is geboren in Rijsel, maar was altijd aangetrokken tot wat ten Noorden van Lille lag. Bijvoorbeeld Godewaerdsvelde (Godsvelde uitgesproken in het Vlamsch) dorpje dat net aan de overkant van de grens ligt bij Abele en in de schaduw van de Mont Noir. En later trok hij nog verder naar het Noorden waar hij zijn ware liefde vond. De visserij en de zee worden naast de muziek zijn compagnons de vie. Hij koopt een vissersschuit en een huis in Cap Grinez, hij draagt voortaan altijd een zeevaarderspet. Ondertussen blijft hij zingen. Al zegde hij altijd over zichzelf dat hij geen zanger was, maar een fotograaf Mi, j'sus pas canteux, j'sus photographe! 
Aan de toog bij Leonce van 'Café Hotel avec vue sur mer de Cap Grinez' zit hij samen met de andere vissers, met de vuurtorenwachter en met zijn vriend die ook muziek maakt en liedjes schrijft. Het is aan die toog dat het lied 'Quand la mer monte' ontstaan is. Het Hotel heeft ondertussen zijn oude naam behouden, maar staat in heel de streek bekend als hotel La Mer Monte.


De tekst vertelt wat er in het café gebeurt, de vissers komen na hun tocht op zee naar het café waar ze de vissen meten. En terwijl ze dat doen verdwijnt de gris-nez en de blanc-nez maar worden alle neuzen rood. En als ze helemaal zat zijn denken ze aan Marie qui est partie (die vertrokken is). 

Quand la mer monte, j'ai honte
Quand elle descend, je l'attends 


Een vrolijke jongen, zo wilde Raoul altijd zijn, maar het lukte hem niet meer omdat hij kanker had. En liever dan helemaal af te takelen, ging hij nog een laatste keer naar Leonce. Je préfère quitter la scène, zou hij die avond nog gezegd hebben.

Hij ligt begraven in de schaduw van de hypermoderne kerktoren van Audinghen en op zijn graf staat het duidelijk te lezen, Francis Delbarre, photographe, dit Raoul de Godewaersvelde. 

Het Noorden (en de Pas De Calais) vergeet zijn helden niet. Wie zich hier onsterfelijk maakt, wordt ook onsterfelijk gemaakt en mag de mensheid verblijden als reus. Sinds 1982 wandelt bij elke optocht reus Raoul door de straten van Rijsel en terwijl je hem ziet voorbij komen kan je een Raoul drinken, een biertje dat naar hem is genoemd. Het zijn twee dingen die zijn zoon, Arnaud vast wel gedaan heeft, als hij het tenminste niet te druk heeft met zijn job. Arnaud Delbarre is de directeur van de Olympia in Parijs. 

Etats Generaux de l'emploi Local

Foto - Maison de l'Europe

Ik mocht deze voormiddag meedenken over hoe de werkloosheid in de regio Duinkerke teruggedrongen kan worden. Een deel van de oplossing ligt in Vlaanderen, waar men bepaalde knelpuntberoepen niet meer ingevuld krijgt. Maar, heeft men in Duinkerke ondertussen ook begrepen, om in Vlaanderen te komen werken, moeten de werknemers ook het Vlaams meester zijn. 

Daarom werd ik gevraagd om mijn licht te laten schijnen op taalopleidingen Nederlands en de mogelijkheden hiervan in de regio Duinkerke. 
Morgennamiddag wordt het plan dat de verschillende werkgroepen deze voormiddag hebben opgesteld voorgesteld aan het bestuur van de CUD (Comunauté Urbaine de Dunkerque) tijdens een 'conference-débat' ver het onderwerp. Voor mij is het hopen dat er heel veel taalopleidingen Nederlands volgen. 

dinsdag 17 februari 2015

Ook Gravelines is volop in carnavalsstemming

foto Dienst Tourisme Gravelines

Ook Gravelines, de stad die vooral bekend staat als de best bewaarde Vauban-vesting van de lage landen, is volop in carnavalsstemming. Deze papa neemt zijn kinderen mee naar het carnaval, of keert hij naar huis terug. Ze wandelen op de Porte de Dunkerque,ook wel Porte aux Boules genoemd, de ingangspoort van de vesting die Gravelines is. 

De Porte aux Boules was samen met de Porte de Calais de enige ingang tot de stad. Ooit was hier een ophaalbrug. Het was het eerste stukje van de oude vestingen dat als monument werd erkend in 1936. Om te vermijden dat kanonnen rechtstreeks in de stad konden schieten en om te vermijden dat paarden en karren aan sneltreinvaart de stad konden binnenrijden, werd de brug op de weg naar Duinkerke niet recht, maar scheef op de stadspoort gelegd. 

Gravelines is als vestingsstad uniek omdat de volledige ronde van de stad bewaard gebleven is (of moet ik zeggen hersteld en herbouwd is). Bovendien is de vesting van Gravelines niet zo groot, waardoor je makkelijk het rondje kan wandelen. In de zomer kan je de hele tour zelfs varen met kleine bootjes die je kan huren in de buurt van de Porte des Boules (Porte De Dunkerque). 

Dit wondertje en nog meer wonderen uit Gravelines kan je ontdekken, samen met mij. www.manivelle.eu   -   ludovik@manivelle.eu

maandag 16 februari 2015

We zullen doorgaan...

Nog een dagje carnaval, vandaag gaat la bande in Rosendael uit.

Drie dagen lang carrnaval, deze man weet er alles van.
nog een prachtige foto van Frederic Gilles

Maar... het is nog niet voorbij

Neen het carnaval is niet voorbij. Vandaag gaan ze gewoon door in de wijk van de Citadelle, morgen nog Rosendael en volgend weekend Petite Synthe en Malo les Bains. 

zondag 15 februari 2015

De dag na het carnaval ...




16 februari vroeg in de ochtend
foto van Frederic Gilles 

14 februari - Carnaval en Valentijn in Bailleul

foto La Voix du Nord 
Als Valentijn in het land is, dan denken mensen aan trouwen.
Maar wat doe je als Valentijn samenvalt met het weekend van Carnaval

Duinkerke was duidelijk niet de enige plaats waar dit weekend carnaval gevierd werd. In Belle was het ook feest en daar kreeg het zaterdag al een Valentijnsrandje.
Sam en Jo, allebei al jaren carnvalisten, gaven zaterdag op een heel eigen manier hun jawoord in het stadhuis van Belle. .


Reeks foto's van het Carnaval via Facebook

Voor wie facebookt... KLIK HIER voor de fotoreeks van de Duinkerke Carnaval ^
Foto's van Christophe Kerckhove




Vergriete gooit met FRIETEN

Voor wie de voorgeschiedenis van dit bericht niet heeft gevolgd, leest best eerst eens ... Wat gooit Vergriete
De rest wordt eindelijk uit zijn nieuwsgierigheid verlost, Vergriete, des Frittes!

En dat was niet alles, want van op het balkon van het stadhuis werd verder ook nog maar liefst 450 kilogram haringen naar beneden gegooid.
Vergriete, de Frittes...
(foto La Voix du Nord) 

Een Duinkerks Carnavalesk Woordenboek - een woordenboek vol Vlamsch

Een bosje Berguenaerds
een woordenboek met de woorden van het Duinkerkse carnaval, dat staat vol Vlamsch..  

Een Berguenaerd - Allom tegenwoordig op het carnaval zijn de parapluutjes op lange stokken die de Berguenards worden genoemd De oorsprong van de parapluutjes en de naam zou liggen in het feit dat er nogal was mensen van de buiten (van Bergues dus onder andere) naar Duinkerk afzakten om te kijken naar het carnaval in plaats van er aan mee te doen Ze stonden daar dan met hun paraplu klaar omdat ze bang waren om allerlei viezigheid over hun schone, zondagse kleren te krijgen Ter ere van en ook om een beetje te lachen met de bangerikken die aan de kant blijven staan, dragen de Masquenaerds een paraplu. 

Een Kletche - je carnavalskostuum noem je in Duinkerke je Kletche. Fijn aan het carnaval in Duinkerke is dat je niet elk jaar opnieuw moet gaan nadenken wat je zal dragen op het carnaval. Neen, je kiest een kostuum als je jong bent en gaat dan de volgende honderd jaar als hetzelfde personage naar het carnaval. Klik hier bijvoorbeeld voor het verhaal van Jean Chatroussat die in 1946 zijn eerste carnaval vierde en jaar na jaar hetzlefde Kletche uit de kast haalt. 

Een Zot'che
Een Zot'che - Met een Zot'che kan je heel verrassend uit de hoek komen, je stapt gewoon op iemand af en je kust die vol op de mond, man of vrouw, het maakt niet uit, als het maar klinkt. Dat is faire un Zot'che, een belangrijke hobby van veel Masquenards 

Leut'che - En natuurlijk wordt er op het carnaval vooral veel leute gemaakt, 'an a eu bien de leut'che' gaan ze morgen zeggen als ze bekomen zijn van hun kater. Maar vandaag zeggen ze al 'me leute, me leute' - of in het schoon vlaams, wat hebben we toch veel plezier
  
Copeverbole - Er wordt op zo een carnaval ook nogal wat gedronken en zo gebeurt het wel eens dat iemand wat last heeft met de zwaartekracht. Wie begint te zwalpen en misschien tegen dek gaat onderweg naar huis gaat een beetje Copeverbole (kop over bolle dus) 

Een Poddingue - Onderweg moeten de Masquenoards ook eten en dan lusten ze wel eens een potje Poddingue, pudding dus. Vandaag kan je trouwens nog tot 19u meedoen aan de wedstrijd 'preparer une poddingue' en op dezelfde plek gaat vandaag ook het wereldkampioenschap schreeuwen als een meeuw door. IEEE IEEE IEEEE 

En dan is er ook nog Peulemeutche (een pullemutse) - een Treutelap'tche een Tet'che en nog veel meer... ga maar eens 'snusteren' in de lijst 

En als je die uit het hoofd kent, kan je hier beginnen...









Wat gooit Vergriete?


Het is een vraag die heel Duinkerke in de ban houdt sinds maart vorig jaar. Wat gooit Patrice Vergriete? Straks om 17 uur op het plein voor het Hotel de Ville weten we het antwoord. 


Na de tweede wereldoorlog lag Duinkerke plat, 80% van de huizen waren met de grond gelijk gemaakt. Ook het "Hotel de Ville" had het niet overleefd. Na de oorlog werd het stadhuis in zijn oude luister hersteld. Begin de jaren zestig was alles afgewerkt en om het stadhuis helemaal te betrekken in het feest van Carnaval werd besloten dat de burgemeester van op het balkon van het stadhuis iets zou gooien naar de massa. Men zocht iets typisch Duinkerks en kwam uit bij de haringen. Bij het carnaval van 1962 werden de eerste droge haringen tussen de mensenmassa gegooid. De wachtende massa was altijd al een beetje ongeduldig en daarom werd er jaar na jaar luider geroepen 'Liberez les Harengs' en omdat het burgemeester Asseman was die moest gooien klonk het al gauw 'Assemeng du Hareng!'. 

Claude Prouvoyeur gooit Haringen (kippers)
foto uit het archief van
La Voix du Nord (Jean Charles Bayon) 
In 1966 sterft Asseman en wordt hij opgevolgd door zijn eerste schepen Claude Prouvoyeur. Er worden nog altijd haringen gegooid, maar het publiek vraagt om meer. Ze roepen 'Prouvoyeur, des kippers' wat min of meer op hetzelfde neerkomt, want een kipper is een gerookte haring. 

Van 1989 tot vorig jaar in april stond Michel Delabarre aan het roer in Duinkerke. Ook hier hadden de Masqueloars een rijm op gevonden. Delabarre, des homards' klonk het uit duizenden kelen en de burgemeester gooide elk jaar een aantal (plastieken) kreeften van het balkon die de gelukkige vanger dan kon omruilen voor een echt exemplaar in een plaatselijke viswinkel. 

Vorig jaar, op 5 april 2014, nam Patrice Vergriete de fakkel over van Delabarre. De dag na zijn verkiezing begon heel Duinkerke te zoeken naar wat de nieuwe burgemeester zou gooien. Er werd zelfs een heuse peiling gehouden onder de lezers van la voix du Nord... Patrice, des saucisses, Vergriete des moules-frittes, zelfs Vergiete, des Metéorites... er waren mogelijkheden zat. 

En de burgemeester zelf, wat zei hij? Wel hij hield zijn lippen stijf op elkaar. Jullie zullen wel zien... lacht hij ondertussen al een jaar lang elke vraag weg. Straks zullen we het inderdaad zien, omstreeks 17 uur staat hij op zijn balkon en dan gooit hij ... 


Zo zag het gooien van de Harengs er uit in 2011. 


Un carnaval pas comme les autres...

voorpagina van la Voix du Nord van 15 feb 2015

Is er een mooiere dag om een blog te beginnen dan deze? De dag die volgens de Duinkerkenaars de mooiste van het jaar is. Vandaag is het Duinkerke carnaval... 
Al moet je weten dat één dag voor een echte MASQUELOAR veel te weinig is. De meesten waren gisterenavond al op de been voor het carnaval van de Basse Ville (de benedenstad), vandaag gaan ze door in het centrum van Duinkerke, morgen doen ze de Citadelle aan en dinsdag laten ze zich nog eens goed gaan in Rosendael. Dit zijn de 4 (!) dagen die ze de TROIS JOYEUSES noemen. Maar ook daarmee kan de echte masqueloar zijn honger (of zeggen we hier beter zijn dorst) niet stillen. Het carnavalsseizoen begon met het eerste bal en het eerste carnaval op 17 januari (Carnaval van Fort-Mardyck) en gaat nog door tot 22 februari, het carnaval van Malo les Bains. Daarna is er nog het bal van de Lente dat op 7 maart het carnavalsseizoen afsluit.
Chapelle - Hotel De Ville  
foto La Voix du Nord

Terug naar de Trois Joyeuses. Weet dat het niet de bedoeling is om in de loop van die dagen elke avond in je eigen bed te slapen. Neen, een echte carnavalist die gaat door, wat uitrusten of iets drinken of iets eten doe je in een chapelle,. Een chapelle is een rustplek in het huis van een privé-persoon of een organisatie op het parcours die zijn deuren openzet. Deze morgen vanaf 8.45 konden de masqueloars terecht in de Chapelle in het stadhuis (zie foto) .




Klaar om te vertrekken naar Iseland
De oorsprong van het carnaval is heel oud (17de eeuw) en gaat niet - zoals in Aalst of Poperinge - terug op het begin van de vastentijd, maar heeft alles te maken met de visserij. In het voorjaar vertrokken de vissers naar Iseland om er kabeljauw te vangen. Ze zouden zes maanden weg zijn van thuis. Voor het vertrek kregen ze la foie (de helft van hun loon) van hun reders die die dag ook hun huis openzetten om de vissers te trakteren op alles wat lekker en drinkbaar was (chapelle). In heel de stad werd het afscheidsfeest van de Iselandvaarders met veel tamtam gevierd. Het feest van de foie is de oorsprong van het Carnaval van vandaag.

Misschien kriebelt het ondertussen om naar het carnaval in Duinkerke te gaan kijken, maar dat is helemaal de bedoeling niet. Je gaat niet kijken naar het carnaval, je doet er aan mee. Zo staat het op de website van Duinkerke.

On n'est pas spectateur au carnaval de Dunkerque puisqu'il n'est pas un "spectacle". On devient très vite acteur parmi des milliers d'autres acteurs : par un air de musique reconnu, par des amis rencontrés, par l'interpellation anonyme de carnavaleux chaleureux ou par l'intrigue personnalisée d'une relation déguisée et donc momentanément inconnue… Chacun choisit sa voie pour accéder à la joie collective.
De eerste bende van het carnaval was de Visschersbende (la bande des Pecheurs). Vandaag heeft elke wijk van Duinkerke en de dorpen errond (Ghyvelde, Bergues, ...) zijn eigen bende. Een bende wordt geleid door een Co (een tambour-major). Een Co kiest zichzelf een toepasselijke naam, zoals Co-Gnac of Co-Pintje. Legendarisch is de Duinkerkse Co-Pinard die jarenlang (1960-1988) de bende van Duinkerke heeft geleid en voor wie de carnavalisten het lied 'salut à co pinard' zingen.

Achter de Co stapt de KLIEKE (trommelaars, fluitspelers en trompetters) . Daarachter komt de rest van de bende die in toom gehouden moet worden door de eerste rij. Wie deel uit maakt van de eerste rij zorgt dat hij goed in form is, want de bende kan nogal te keer gaan. De video hieronder toont hoe het er aan toe gaat.