woensdag 18 februari 2015

Raoul de Godewaerdsvelde, cultureel erfgoed van le Nord..

Vandaag is een van de groten van het Noorden erkend als cultureel erfgoed, zijn dochter heeft zijn volledige archief overgemaakt aan de departementale archieven van Le Nord.

We hebben het over Francis Delbarre die in het hele noorden gekend is als Raoul de Godewaerdsvelde (zijn artiestennaam). Hij is geboren in Rijsel, maar was altijd aangetrokken tot wat ten Noorden van Lille lag. Bijvoorbeeld Godewaerdsvelde (Godsvelde uitgesproken in het Vlamsch) dorpje dat net aan de overkant van de grens ligt bij Abele en in de schaduw van de Mont Noir. En later trok hij nog verder naar het Noorden waar hij zijn ware liefde vond. De visserij en de zee worden naast de muziek zijn compagnons de vie. Hij koopt een vissersschuit en een huis in Cap Grinez, hij draagt voortaan altijd een zeevaarderspet. Ondertussen blijft hij zingen. Al zegde hij altijd over zichzelf dat hij geen zanger was, maar een fotograaf Mi, j'sus pas canteux, j'sus photographe! 
Aan de toog bij Leonce van 'Café Hotel avec vue sur mer de Cap Grinez' zit hij samen met de andere vissers, met de vuurtorenwachter en met zijn vriend die ook muziek maakt en liedjes schrijft. Het is aan die toog dat het lied 'Quand la mer monte' ontstaan is. Het Hotel heeft ondertussen zijn oude naam behouden, maar staat in heel de streek bekend als hotel La Mer Monte.


De tekst vertelt wat er in het café gebeurt, de vissers komen na hun tocht op zee naar het café waar ze de vissen meten. En terwijl ze dat doen verdwijnt de gris-nez en de blanc-nez maar worden alle neuzen rood. En als ze helemaal zat zijn denken ze aan Marie qui est partie (die vertrokken is). 

Quand la mer monte, j'ai honte
Quand elle descend, je l'attends 


Een vrolijke jongen, zo wilde Raoul altijd zijn, maar het lukte hem niet meer omdat hij kanker had. En liever dan helemaal af te takelen, ging hij nog een laatste keer naar Leonce. Je préfère quitter la scène, zou hij die avond nog gezegd hebben.

Hij ligt begraven in de schaduw van de hypermoderne kerktoren van Audinghen en op zijn graf staat het duidelijk te lezen, Francis Delbarre, photographe, dit Raoul de Godewaersvelde. 

Het Noorden (en de Pas De Calais) vergeet zijn helden niet. Wie zich hier onsterfelijk maakt, wordt ook onsterfelijk gemaakt en mag de mensheid verblijden als reus. Sinds 1982 wandelt bij elke optocht reus Raoul door de straten van Rijsel en terwijl je hem ziet voorbij komen kan je een Raoul drinken, een biertje dat naar hem is genoemd. Het zijn twee dingen die zijn zoon, Arnaud vast wel gedaan heeft, als hij het tenminste niet te druk heeft met zijn job. Arnaud Delbarre is de directeur van de Olympia in Parijs.