zondag 15 maart 2015

Zuydcoote - Aflevering 4 - Moet er nog een sanatorium zijn?


De eerste sporen van verzorging van zieken in Zuydcoote en omgeving vinden we al in de jaren 1300. Maar het is Georges Vancauwenberghe die het sanatorium zoals het nu nog altijd bestaat voor het eerste op de kaart zet. 
Vancauwenberghe, ingenieur en fabrieksbaas gebruikt zijn fortuin om een sanatorium te bouwen voor een aantal vreselijke aandoeningen die eind 1800 grote groepen van (vooral de armste) kinderen en jongeren teisteren. 
Rachitis-patientjes
De eerste ziekte die in deze regio veel voorkwam is Rachitis . Als kinderen in hun prilste jeugd te weinig vitamine D hebben, groeien hun beenderen niet aan hetzelfde tempo als de rest van hun lichaam. Daardoor treden allerlei misvormingen op vooral aan de onderste ledematen. Vitamine D halen wij uit zonlicht, kinderen die te weinig in de zon konden spelen, hadden er last van. De ziekte kwam dan ook veel voor in de Engelse industriesteden, vandaar de bijnaam 'de Engelse ziekte'. Maar ook in de rest van Europa was ze alomtegenwoordig, in 1917 zou 90% van de Weense kinderen een of andere vorm van Rachitis hebben gehad. 
Plaaster-zaal van het sanatorium. 
Een extra dosis vitamine D voor de patiëntjes in het ochtendzonnetje. 


Scrofulose patient - foto Wikipedia
De tweede groep kinderen die Van Cauwenberghe een onderdak wou geven waren de kinderen die leden aan scrofulose. Deze ziekte is vaak een bijverschijnsel van turberculose en wordt veroorzaakt door het drinken van besmette melk. Bij scrofulose zijn de lymfeklieren in de hals ontstoken. Deze ontsteking kan zo erg woekeren dat die doorzweert aan de buitenkant van de huid. De ziekte was niet meteen een schoon zicht. 
Scrofulose wordt ook wel koningszeer genoemd. Volgens middeleeuwse praktijken kon de ziekte enkel genezen worden door handoplegging door een nakomeling van de Merovingische koning Childebert I die zijn gave kreeg van de Heilige Marcoen. In de praktijk kwam het er op neer dat handoplegging door een Franse koning en bij uitbreiding door een koning zorgde voor genezing. Lodewijk XV was de laatste koning in Frankrijk die het deed en ook van Karel II van Engeland (jaren 1600) is geweten dat hij patiënten genas.





Als burgemeester van Saint Pol bouwt hij een eerste sanatorium (1888) in zijn eigen gemeente, goed voor 350 ziektebedden. De haven van Duinkerke kent in die periode een grote groei en het sanatorium wordt al gauw te klein. Daarom wordt besloten tot de bouw van een nieuw en groter ziekenhuis in Zuydcoote. Er wordt een Nationale Loterij ingericht om de boel te helpen financieren en op 1 augustus 1910 wordt het nieuwe sanatorium - goed voor 4000 bedden - in gebruik genomen. 
Deze foto's uit 1914 (net voor de oorlog) tonen hoe het er allemaal uitzag. Het gold in die tijd als een hypermodern Sanatorium. Foto's van het Sanatorium zoals het was net voor de oorlog in 1914


De hypermoderne wasserette 


Niet ver van het sanatorium was ook een treinhalte voorzien op de spoorlijn Adinkerke Duinkerke. Zoals op de foto hieronder zal het er uit bij de inhuldiging 1910. 


Maar vier jaar later gaat het er hier op deze plek helemaal anders aan toe, maar dat is voor een volgende aflevering in de Zuydcoote-soap.