Men kan zich afvragen hoe een
dorpje uit de Westhoek, gelegen aan de Noordzeekust, bijna het meest
noordelijke dorpje van heel Frankrijk en in een oostelijke uithoek van dat land,
aan een naam als ZUYDCOOTE komt. De verklaring is simpel, de zuyd in de naam
heeft niets te maken met zuid maar alles met zout. (als je 'zuid' en 'zout'
uitspreekt in het plaatselijke dialect dan liggen de twee heel dicht bij
elkaar). Het dorp is dus genoemd naar het Zoutkot. Er is zekerheid over
zoutwinning in deze streek vanaf de tijd van de Romeinen. Vanuit hun vesting in
Cassel reden ze naar de kust waar het kostbaarste mineraal van hun tijd voor
het grijpen lag.
Zout
was immens belangrijk voor onze voorouders, niet alleen als smaakstof, maar
vooral als bewaarmiddel. In hun tijd was er nog geen frigo of diepvries dus
waren er andere manieren nodig om groenten, vis en vlees te bewaren. En
om ons helemaal op te warmen, gaan we even bij de Hollanders langs om een
filmpje over zout te raadplegen. Klik hier om het filmpje te
zien
Men kan zich trouwens afvragen of het wel de
moeite is om aan een dorp zoals Zuydcoote veel aandacht te besteden. Wie er
ooit voorbij gereden is, is er vast niet gestopt. Op het eerste zicht is
Zuydcoote er één zoals zo veel in een dozijn. Laat me u in een paar
afleveringen proberen om het tegendeel te bewijzen.